Carolyn Wonderland is een vurige dame. Op het podium straalt ze pit, enthousiasme en warmte uit. De naam Janis Joplin valt steevast als men haar wil duiden, maar ze is veel meer dan dat, zo kan ze aardig uit de voeten met de gitaar, lapsteel en trompet.
Al jaren timmert ze aan de weg, maar haar carrière kwam in een stroomversnelling toen Bob Dylan haar vermeldde in een interview. Sindsdien is iedereen nieuwsgierig naar deze kleine dame. En terecht!
Carolyn Wonderland is geen onbekende in onze contreien. Geregeld komt ze langs, zo heeft ze al opgetreden in de Banana Peel, en was ze in 2010 ook één van de drijvende krachten achter het 'Beyond The Flags' concert op 11 november. Op die dag wordt in de Schaduw in Ardooie het einde van de eerste wereldoorlog muzikaal herdacht. Ook in 2012 was ze terug present op deze herdenking, en uit goede bron heb ik vernomen dat dit jaar 11 november dé dag is om naar Ardooie af te zakken.
Ook in Nederland beginnen ze langzamerhand door te hebben wie Carolyn Wonderland is. Op 3 mei stond ze op het podium van het Moulin Blues festival in Ospel, en daar speelde ze de pannen van het dak. Of van de tent. Iedereen was achteraf laaiend enthousiast over haar én haar 2 muzikanten, Cole El-Saleh en Rob Hooper. Enkele uren daarvoor hadden we nog een aangenaam gesprek met Carolyn Wonderland in Weert.
Wie heeft je leren gitaarspelen?
Mijn moeder had enkele gitaren, zij heeft mij de eerste akkoorden geleerd. Als kind ging ik naar de scouts, en daar werd ook altijd muziek gespeeld. Als tiener glipte ik binnen in bluesbars. Dat was gemakkelijk, want ze vroegen nooit naar mijn leeftijd. Zo heb ik Jerry Lightfoot, Joe Guitar Hughes en Little Joe Washington leren kennen. Iedereen was altijd heel vriendelijk, ik mocht tijdens jamavonden mijn zin doen, ook al trok het op niet veel (lacht).
Wanneer ontdekte je dat je een eigen stijl had?
Dat weet ik niet. Ik denk wel dat ik dat heb, althans dat hoop ik. Zolang mijn gitaarspel evolueert, ben ik tevreden.
Wanneer besloot je een professionele muzikante te worden?
Dat gebeurde gewoon. Ik begon in bars te spelen toen ik 15 was, en dat was plezant! Ik speelde met iedereen die met mij wou spelen. En nu, meer dan 20 jaar later, is het leuk om met Cole El-Saleh en Rob Hooper te kunnen reizen en spelen. Het leven is goed zo!
Jullie vormen al een tijdje een hechte groep.
Cole en ik spelen al zo'n 12 jaar samen, en Rob is de 'nieuweling', hij is er nog maar 3 jaar bij (lacht).
In hoeverre beïnvloeden zij jou?
We beïnvloeden elkaar, constant. We leven ook samen on the road. Na een tijdje maak je elkaars zinnen af, en na de derde dag samen ruik je hetzelfde, dus dan kom je maar beter goed overeen (lacht).
Hoe voelt het wanneer Bob Dylan je vermeldt?
Een beetje overweldigend. Maar wel heel lief hoor, hij is een goeie man die heel veel van muziek kent, en hij is ook nog leuk gezelschap. Nadat we de hand geschud hadden, was ik niet eens zo bang meer.
In het begin wel?
Zeker en vast, ik was een beetje verlamd, wist niet goed wat te zeggen.
Nu het publiek je beter kent, is je leven ook gemakkelijker geworden?
Het is wel een beetje veranderd. En dankzij Bob heb ik ook Ray Benson ontmoet, met wie ik mijn 2 laatste cds gemaakt hebt, dus 'bedankt Bob' (lacht)!
Vergelijk eens touren 10 jaar geleden en nu?
De camionette is beter. Ik heb er ondertussen al 3 of 4 versleten, we gebruikten ze totdat de motor eruit viel, maar nu hebben we er ééntje die fantastisch is. Gewoonlijk zijn we met 4 op tour, Rob, Cole, Shelley Cox en ik. Shelley is onze tourmanager en ze is ook een fantastische mechanieker (lacht).
Vind je het soms niet vervelend dat mensen je vergelijken met Janis Joplin?
Ik kan ergere vergelijkingen bedenken. Ik wil de mensen echter niet teleurstellen, ik hoop dat ze geen te hoge verwachtingen hebben. Ik zing haar liedjes graag omdat ik er iets anders mee kan aanvangen. Maar het blijft natuurlijk altijd een erebetoon.
Maar het werkt niet verlammend?
Het is zeker iets waar ik moet tegenop boksen, en ik hoop dat mensen niet teleurgesteld zijn, want ik klink zoals mezelf. Maar ik blijf het leuk vinden, mensen zouden ergere dingen kunnen zeggen.
En toch cover je 'What good can drinkin' do?'. Waarom?
Ik heb dat lied de eerste keer gespeeld op het jaarlijkse Music Masters-concert van de Rock 'n Roll Hall of Fame. In 2009 was het de beurt aan Janis Joplin. Er waren heel wat grote namen, zoals Lucinda Williams, Susan Tedeschi, Ray Benson en Roky Erickson. Het was een fantastische ervaring! Maar ik vond dat er te weinig onbekende songs van haar aan bod kwamen, dus hebben we 'What good can drinkin' do' herwerkt, en het resultaat is echt fantastisch.
'Peace Meal', je laatste cd, werd voor een deel opgenomen in de studio van Levon Helm. Hoe goed kende je hem?
We hebben hem en zijn band verschillende jaren geleden ontmoet. Enkele muzikanten gingen een show spelen ter ere van Levon Helm. Kris Kristofferson was er, en ook Hubert Sumlin, Guy Forsyth en wijzelf. Maar toen de promotor de show moest annuleren, stond Levon erop dat iedereen toch kon optreden, en dus verkasten we naar zijn huis. Toevallig was het die dag ook Huberts verjaardag, dus het was een echt knalfeest! Daar rondhangen en optreden, op Levons boerderij, was echt fantastisch!
Daarna probeerden we terug te keren telkens we in de buurt waren. Dat is verschillende keren gelukt, en de derde keer hadden we een paar vrije dagen, en toen hebben we enkele songs opgenomen. Het liep allemaal heel gesmeerd, we waren er echt gelukkig mee. Er hing daar altijd een heel huiselijke sfeer.
Iets anders nu. Heel wat van jouw liedjes hebben een gospelkant.
Dat is waar, ik heb altijd van gospel gehouden.
Maar zover ik weet heb je geen gospelachtergrond.
Nee niet echt. Ik heb zelfs enorme ruzie gehad met de pastoor toen ik in de lagere school zat (lacht). Maar ik hield altijd al van die muziek. Het heeft iets heel speciaals. Als mensen geloven in wat ze zingen, als ze achter een bepaald standpunt staan, zit daar heel veel kracht in.
Er zit ook heel wat kracht in de muziekscene in Austin.
Het is echt fantastisch daar, elke avond gratis gitaarlessen (lacht).
Ik kan best geloven dat je er graag bent, maar zijn er geen momenten dat je eens ergens anders wilt zijn? Nee, ik hou van Austin, ik kom graag thuis. Na al die jaren van rondtoeren hebben we de juiste balans gevonden. We zijn net lang genoeg van huis weg om het nét niet te missen, en we zijn net lang genoeg thuis om het toeren niet teveel te missen.
Hoe zit het nu met jouw kennis van het Nederlands, want ik meen me te herinneren dat je het probeerde onder de knie te krijgen?
Ik ben een slechte leerling! Ik probeer altijd iets van de plaatselijke taal mee te pikken. Ik kon al wat Japans spreken, maar daardoor raakte mijn kennis van het Spaans op de achtergrond. En mijn Nederlands is helemaal niet om aan te horen! Het probleem is, als iemand mij een vraag stelt, en ik wil antwoorden in die taal, dan schiet het antwoord mij altijd te binnen in anderen talen. Maar, als ik ergens langer dan een week verblijf, dan komt het wél langzaam terug.
In de VS vinden de mensen het niet nodig om andere talen te kennen. Ik vind dat spijtig, want hoe kan je bepaalde uitdrukkingen en zegswijzen écht snappen, als je niks van die taal kent?
Ach, ik ben al een iets oudere dame nu, maar ik denk wel dat ik nog wat talen kan leren (lacht).